
In een multiculturele en –religieuze samenleving als de onze, dreigen diepmenselijke lagen van het menselijk bestaan door efficiëntie, functionaliteit en materiële belangen verdrongen te worden. Opdat ze onder de aandacht blijven, en zich tevens verdiepen en intensiveren, dienen ze bijzonder aandacht te krijgen. Daarvoor is enerzijds een plek, een ruimte nodig. Een museum komt daaraan tegemoet. Wanneer het tevens een museum is waar kunst wordt getoond, geïnitieerd en gecommuniceerd, raakt dit een sterke kracht van inspiratie aan. Kunstenaars zijn nu eenmaal personen die zowel diepere lagen van het bestaan beroeren en die lagen aanblazen opdat ze vorm krijgen in de hedendaagse maatschappij. Het museum richt zich in het bijzonder op die kunstenaars en hun werk, daarin een brede waaier gaande van religie tot sacraliteit biedend. Meer concreet komt het erop neer dat activiteiten ontwikkeld worden vallend binnen een ellips met als ene brandpunt de kunstwerken die Christus verbeelden, en als andere het beroerd worden van mensen zoals in ‘De Schreeuw’ van Edvard Munch. (Daan Van Speybroeck)

De religieuze kunst is van alle tijden en is zoals de profane kunst rijk aan uiteenlopende stijlen en interpretaties : klassiek of rebels, eenduidig of polyinterpretabel, helder of ingewikkeld, figuratief of abstract, tragisch of rustgevend. Elke kunstuiting sluit aan bij haar tijd. Ook de moderne religieuze kunst is ingebed in wat zich sinds de laatste eeuw maatschappelijk en in de geest van de mensen heeft afgespeeld. De leerstellige en Bijbelse verbondenheid is de laatste decennia vervaagd en de kunst loopt sindsdien parallel met nieuwe theologische en exegetische verworvenheden. De formulering van een vergeestelijkt godsverstaan als ‘ground of being’ door Paul Tillich (1886-1965) en de ontmythologisering van het Nieuwe Testament (Rudolf Karl Bultmann, 1884-1976) zijn sleutelmomenten in dit proces. Kunst kan het onzegbare en ongrijpbare fragmentarisch zichtbaar maken. Deze collectie kunstwerken met religieuze of profane thema’s nodigt de ontvankelijke bezoeker dan ook uit te ontdekken dat er meer is dan het concrete of het zichtbare. Hier raken kunst en religie elkaar, beide peilen immers naar de inhoud van het bestaan. (Christian Wittebroodt)